Wie denkt dat Nederland alleen maar polders en dijken heeft, moet eens naar het heuvelland. Zuid Limburg en delen van Gelderland laten zien dat ons land ook heuvels heeft die echt de moeite waard zijn. De charme van het Nederlandse heuvelland tijdens een wandeling ontdek je pas als je er echt doorheen loopt. Dan zie je wat je vanuit de auto allemaal mist.
Limburgse heuvels die je verbazen
Zuid Limburg voelt soms helemaal niet Nederlands. Die glooiende heuvels lijken meer op wat je in Frankrijk of België verwacht. De Vaalserberg is met 323 meter ons hoogste punt en dat merk je echt als je ernaartoe loopt. Opeens kijk je uit over een landschap dat kilometers ver reikt. Mergelgroeven hebben dit gebied gevormd en zorgen voor witte rotswanden die opvallen tussen al het groen. Oude holle wegen kronkelen tussen de akkers door alsof ze door reuzenwurmen zijn gegraven. Die wegen zijn ontstaan doordat boeren en kooplui er eeuwenlang doorheen zijn gelopen met hun karren. Wijngaarden op de zuidhellingen bewijzen dat het klimaat hier echt anders is dan in de rest van Nederland. Hier groeit druiven die tot echte wijn worden verwerkt. Vakwerkhuizen met hun typische zwart witte balken staan verspreid door het landschap. Kleine kapelletjes langs de weg nodigen uit om even uit te rusten. Het is bijna niet te geloven dat dit nog steeds Nederland is. Duitsland ligt letterlijk om de hoek, en je voelt die invloed in de architectuur en cultuur.
Gelderse kastelen die geschiedenis ademen
Het gebied rond de Veluwezoom heeft ook prachtige heuvels, maar dan met een heel ander karakter. Hier staan kastelen als Kasteel Bergh die je al van verre ziet liggen op hun heuveltop. Die kastelen zijn niet zomaar gebouwd. De heuvels gaven de bewoners overzicht over hun gebied en maakten aanvallen lastiger. Wandelpaden slingeren langs oude landgoederen waar ooit rijke families woonden. Stuwwallen uit de ijstijd hebben dit landschap gevormd. Dat zijn gewoon gigantische hopen zand en stenen die het ijs heeft achtergelaten. Bronnen ontspringen aan de voet van heuvels en vormen beekjes die zo helder zijn dat je de bodem ziet liggen. Oude eikenbossen op de hellingen kleuren prachtig in de herfst. Dan lijkt het alsof iemand goud over de bomen heeft gestrooid. Fruitgaarden produceren de lekkerste appels en peren die je kunt vinden. Die groeien zo goed door de beschutting van de heuvels en de vruchtbare grond. Wandelaars ontdekken hier een kant van Nederland die ze niet kenden. Het is veel afwisselender dan je zou verwachten.
Middeleeuwse burchten vol verhalen
Het Nederlandse heuvelland zit vol met kastelen en ruïnes uit de middeleeuwen. Die builders wisten wel waar ze moesten bouwen. Heuvels gaven strategische voordelen en je zag aanvallers al van ver aankomen. Kasteel Hoensbroek in Limburg is echt indrukwekkend met zijn dikke muren en torens. Je kunt je voorstellen hoe het er vroeger aan toeging met ridders en hofdames. Ruïnes van vervallen kastelen liggen soms verscholen in de bossen. Die prikkelen je fantasie en je verzint vanzelf verhalen over wat er gebeurd zou kunnen zijn. Kinderen vinden zulke plekken spannend omdat ze lijken op de kastelen uit sprookjes. Kasteeltuinen laten zien hoe de rijke bewoners leefden. Geen gewone moestuinen, maar kunstig aangelegde parken met bloemenperken en vijvers. Grachten rond de kastelen weerspiegelen de oude muren en maken het plaatje compleet. Veel kasteelparken zijn opengesteld voor wandelaars. Dan kun je even rondlopen en je inbeelden hoe het vroeger was. Loopend Vuurtje weet precies welke kastelen je niet mag missen en kan de mooiste verhalen vertellen.
Beekdalen waar rust heerst
De beekdalen zijn misschien wel de mooiste plek voor een wandelvakantie in het Nederlandse heuvelland. Het Geuldal kronkelt als een groene rivier door Zuid Limburg. Daar staan nog echte watermolens die werken zoals honderden jaren geleden. Het geluid van stromend water begeleidt je tijdens het wandelen. Weilanden in de valleien blijven altijd groen, ook als het elders droog is. Dat komt door het grondwater dat altijd aanwezig is. Oude bomen langs de beken zorgen voor schaduw en koelte op warme dagen. Vissers proberen hun geluk in de heldere beken waar nog echte wilde vissen zwemmen. Bruggetjes over het water geven mooie uitzichtpunten. Archeologen hebben bewijzen gevonden dat mensen al duizenden jaren in deze vruchtbare dalen wonen. Dat snap je wel als je er loopt. Het is er veilig, er is altijd water en de grond is vruchtbaar. De rust in zo’n beekdal is bijzonder. Je hoort alleen water, vogels en af en toe een koe die loeit. Stress verdwijnt vanzelf als je door zo’n dal wandelt.
Bloesem die alles roze kleurt
Lente in het Nederlandse heuvelland is echt spectaculair. Dan staan alle fruitbomen in bloei en lijkt het landschap bedekt met roze en witte confetti. Hele heuvels staan vol kersenbomen die bloeien alsof ze wedijveren om de mooiste te zijn. De geur van bloesem hangt overal en trekt bijen aan die zoemen van boom naar boom. Het duurt maar kort, meestal van half april tot begin mei, maar dan is het echt prachtig. Wandelaars komen speciaal voor de bloesem en maken duizenden foto’s. Rapzaadvelden kleuren geel en maken het plaatje nog mooier. Kleine dorpjes liggen verscholen tussen de bloeiende bomen als iets uit een prentenboek. Picknickplekken tussen de bloesem nodigen uit om langdurig te blijven en te genieten. Sommige boeren organiseren rondleidingen door hun boomgaarden. Dan hoor je hoe moeilijk het eigenlijk is om zulke mooie vruchten te telen. Na de bloei komen kleine groene vruchtjes die in de zomer uitgroeien tot sappige appels en peren. Maar die bloeitijd blijft het mooiste moment van het jaar.
Streekproducten die verwennen
Al dat wandelen door het Nederlandse heuvelland maakt hongerig, en gelukkig heeft deze streek heerlijk eten. Limburgse vlaai is beroemd in heel Nederland, maar vers uit de bakkerij in een dorpje smaakt het nog veel lekkerder. Elke bakker heeft zijn eigen geheime recepten die families al generaties bewaren. Op boerenmarkten vind je Limburgse worst, boerenkaas en andere streekproducten. Herbergjes in de heuvels maken gerechten met ingrediënten uit de eigen omgeving. Asperg es uit de Limburgse grond zijn een delicatesse waar mensen speciaal voor komen. Bierbrouwerijen in oude kastelen en boerderijen maken speciale bieren. Mosterd uit Doesburg heeft een eeuwenoude reputatie en smaakt nergens zo goed als daar. Honingboeren langs de wandelroutes verkopen honing van bijen die tussen de fruitbomen en heideplanten hebben gevlogen. Na een lange wandeling smaakt zo’n lokaal biertje of stuk vlaai extra lekker. Het is alsof je de smaak van het landschap proeft. Combineer dat met de frisse buitenlucht en je hebt het perfecte recept voor een onvergetelijke dag.
Elk seizoen brengt nieuwe verrassingen
Het Nederlandse heuvelland is eigenlijk het hele jaar door mooi om te bewandelen. Elk seizoen heeft zijn eigen charme en eigen kleuren. Lente brengt niet alleen bloesem, maar ook verse groene bladeren die uitkomen na de winter. Vogels zingen dan extra hard omdat het broedseizoen begint. Zomer geeft lange dagen en warmte, maar de heuvels zorgen voor verkoeling en wind. Herfst is misschien wel het mooiste seizoen met al die geel, oranje en rode kleuren in de bossen. Dan groeien er ook paddenstoelen die natuurliefhebbers graag gaan zoeken. Winter kan soms sneeuw brengen die de heuvels bedekt als een witte deken. Mistbanken in de dalen geven het landschap iets mysterieus dat perfect past bij de oude kastelen. Het weer kan snel omslaan door de hoogteverschillen. Het ene moment schijnt de zon, het volgende regent het. Dat houdt wandelen spannend. Elke keer als je terugkomt, ziet alles er weer anders uit. Dat maakt het Nederlandse heuvelland zo bijzonder voor mensen die van wandelen houden.
